Alcatraz, ik haat je! Alcatraz, ik hou van je! Yep, het is steeds meer een dubbel gevoel geworden bij me. Ik hou van de nabijheid, de organisatie, de sfeer, de babbels met vertrouwde gezichten en de kennismaking met nieuwe faces, de me-times (want je afzonderen of lekker alleen rondkuieren kan ook) én het nu en dan ontdekken van bands die ik nog niet kende. Ik heb echter weinig tot geen voeling met de muziekprogrammatie die overwegend plukt uit death metal, power metal, metalcore en enkele streepjes speed/thrash/nwobhm en hardcore/punk. Ook de keuze voor hoofdzakelijk oude bands, steenoude bands zou ik zelfs zeggen, met slechts hier en daar nieuwer en jonger geweld is niet iets waar ik warm voor loop. Positieve noot hierbij: de Belgen zijn nog steeds mooi vertegenwoordigd, al mag het steeds een ietsje meer.
En zo vertoefde ik voor een vierde jaar op rij vooral in La Morgue en voor een tweede jaar op rij aangevuld met Helldorado. Swamp had ook héél af en toe iets te bieden voor mij. Prison liet ik traditiegetrouw grotendeels links (of was het rechts?) liggen.
Thank you, Alcatraz, voor de sfeer ... en zo af en toe een band voor mijn oren!
Serial Butcher (11/08)
De aftrap van mijn driedaagse, geheel atypisch omdat ik geen liefhebber ben van death metal, echter: voor een Belgische band maak ik graag een uitzondering en je moet met iets starten hé. Leuk om zien dat de Swamp meteen volk wist te trekken zodat de heren beloond werden voor de portie dood en verderf die ze naar het publiek wisten te slingeren. Wanneer je om 12u moet aftrappen, weet je nooit wat het zal geven. Zowel de band als het publiek hadden er echter meteen duidelijk zin in. No worries dus.
Metal Church (11/08)
Zou ik gaan kijken, of toch liever skippen? Een leuke babbel zorgde ervoor dat ik even aan de Prison stage bleef plakken en zo de eerste tonen van Ton of Bricks meekreeg. Damn, die Marc Lopes klonk verrassend sterk als David Wayne, waardoor ik toch iets meer wilde horen. Net zoals bij de meeste bands uit die periode blijft er bitter weinig van de originele bezetting over, enkel Kurdt Vanderhoof in dit geval. Ik luister nog steeds graag naar hun debuutalbum en naar opvolger The Dark. Ik had nog even tijd en zo kon ik horen dat ook Gods of Wrath zoals destijds werd gebracht. Dat beloofde alvast voor de rest van de set die grotendeels plukte uit de eerste twee albums. Zo moet dat op een festival!
Bury Tomorrow (11/08)
Zo stond ik dan iets later nog maar eens voor de main! Geen zorg, beste mensen, het zou geen gewoonte worden, eerder een paar uitzonderingen wegens wat tijd over en nog véél energie zo vroeg op de dag. Laat me kort zijn: ook met metalcore heb ik helemaal niets. Jawel, de energie spat van het podium en de mannen hebben duidelijk plezier, net als hun publiek. Wanneer je het echter niet voelt, dan voel je het niet.
Michael Schenker (11/08)
Dat de man een stukske gitaar kan spelen staat buiten kijf. Verder valt er echter weinig positief te vertellen, noch over de carrière van de man, noch over zijn houding (destijds?). Het grote nieuws dat hij bracht was dat ouwe getrouwe Robin McAluey achter de mic zou staan. Ik vond het al in zijn gloriedagen een 'gewone' zanger. Drie mensen keken me verbaasd aan: "Allez, gij gaat dat niet kijken? Zo'n legende zeg!". Mijn repliek: "Noem mij drie songs die hij ooit onder zijn naam heeft geschreven en op plaat gegooid!". Resultaat: stilte. Case closed dus. Schenker heeft nooit ook maar één uitstekende song geschreven, eentje die doorheen de geschiedenis in het geheugen is blijven hangen. Into The Arena blijft weliswaar een best goed instrumentaaltje, maar Armed and Ready - yep, twee van de vier eigen songs die op de setlist stonden ... case double closed - is hooguit middelmaat. De rest van de set? UFO-klassiekers. Waar hij aan mee heeft geschreven, dat moet ik wel toegeven. Probleem: wanneer het instrument waaraan je je status hebt verdiend, verzuipt in de mix én ene McAuley Doctor Doctor verkakt, dan moet je niet verwachten dat ik nog een seconde langer blijf. Al verwacht de goede man helemaal niets van mij natuurlijk.
Iron Mask (12/08)
Enkel en alleen omdat collega Pieter nog niet aanwezig was hoor, écht waar! Normaalgezien reageert mijn lijft als volgt wanneer ik hedendaagse power metal hoor: instant shock, oren klappen toe, mijn lichaam draait in een ruk 180 graden en mijn benen gaan rapper in loopmodus dan ik eigenlijk op mijn leeftijd nog aankan. Kan je je inbeelden hoe moeilijk het was een paar foto's te maken in deze situatie?
Crystal Viper (12/08)
Toch stond ik er iets later terug, met bijna hetzelfde resultaat als gevolg. De Poolse band rond Marta Gabriel had echter net dat ietsje meer body waardoor het shooten geen grote obstakels ondervond, op mijn eigen beperkingen na. Then again, het blijft een mix van power metal en speed metal (bij momenten rap gespeelde heavy metal dus), muziek die voor mij lekker en veilig opgesloten zit in het doosje 'jaren tachtig'.
Brand of Sacrifice (12/08)
Amai, dieje Kyle Anderson zag er mij ne kwaaien uit! Wanneer hij dan nog eens zijn strot opende, werd mijn vrees bewaarheid. Ne mens waar je geen ruzie mee wil. Regelrecht uit Toronto en met een koffer vol van de meest brutale black + death + core. De Canadezen brachten in 2021 hun debuutalbum uit en zijn dus nog een héél jonge band. De reden voor mij om toch eens te gaan kijken en luisteren. Hondsbrutaal en technisch sterk. Ideaal voer voor het publiek van de Swamp.
Predatory Void (12/08)
En voilà, hier dus die tweede band die mij enthousiast maakte over deze editie. Slechts twee is niet veel natuurlijk, al weet ik dat ik telkens nog wel enkele ontdek en/of live weet te appreciëren. Ook Predatory Void had ik eerder live kunnen beleven. Lennart en co. stonden namelijk op 29 april in mijn voortuin (aka De Zwerver, Leffinge) en konden mij toen al overtuigen. Met wat meer live ervaring als band achter de rug en hun eerste album onder de arm konden deze ervaren rotten - Tim, Thijs en Vincent zijn al lang geen onbekenden meer - de Swamp met gemak inpalmen. De muziek is donker en dreigend, soms moordend hard vooruit, soms intens ingetogen, zodat er steeds een machtige dynamiek ontstaat. Terwijl Lina R. de screams en cleane passages voor haar rekening neemt, countert Tim met diepe grunts. Ook vocaal schilderen de muzikanten dus in contrasten. Mooi om zien is dat de innemende frontvrouw eigenlijk die rol niet pakt of toebedeeld krijgt: Lina maakt deel uit van een geheel en dat zie je én voel je. Predatory Void is een beest met diverse ledematen die allemaal perfect en gelijkwaardig hun rol vervullen, on stage toch! Moet het nog gezegd? Alweer eens een Belgische band die zonder verpinken de internationale 'concurrentie' weg blaast.
Shadow of Intent (12/08)
De Swamp en hondsbrutaal, zo zou je zaterdag in de grote tent kunnen omschrijven. Net als bij Brand of Sacrifice hoorde ik technisch sterke death + core, al zat er in de nummers van deze jonge Amerikanen meer melodie en ook wel symfonische elementen. Ben Duerr zag er misschien niet zo vervaarlijk uit als zijn collega uit bovengenoemde band, de dieptes die zijn stembanden wisten te produceren, grensden aan het onwaarschijnlijke. Ik dacht soms dat hij ergens in een betonnen kelder zat met een metalen emmer op zijn kop. Zo'n geluid uit zo'n 'menneke', wow!
KK's Priest (12/08)
Terwijl ik nog stond te genieten van Exciter werd ik met ruwe hand richting Prison getrokken. We hebben gezien wat we moesten zien, orakelde buddy Sam Six, tijd om af te sluiten met wat Priest! Nog geen uur voordien drukte hij me op het hart dat we die band absoluut moesten mijden. WTF? Daar stond ik dan songs als Hell Patrol, Brothers of the Road en Metal Meltdown te ondergaan, pure, platte power metal met een Ripper Owens die - vrij nasaal trouwens - ballenknijpers stond te produceren. Waarom reageerde mijn lijft niet zoals voordien? Waarom ging ik niet in escape modus zoals mijn jarenlange training mij had geleerd? Ik moet verlamd zijn geweest, aan de grond genageld en hoofdschuddend van onbegrip. En dan kwam Breaking The Law, een klassieker die gewoonweg plezant blijft en door Owens respectvol gebracht. Wat de sympathieke man daarna presteerde, was echter pure magie en misschien wel de reden waarom ik mijn lijf eerder niet in beweging te krijgen was: Victim of Changes bewees dat Timmeke over een stel verdomd ferme pipes beschikt en die ook - bij een topnummer - efficiënt weet in te zetten. Zowel in de hoogte als tijdens de ingetogen bridge stond de man er als een metal god! Ik kreeg zowaar een krop in de keel en tranen in de ogen! Het verschil met de afsluiter van de dag ervoor? Een rits sterke songs, een héél straffe zanger én een top geluid! Nu kon ik rechtsomkeer maken en richting onze B&B (lees: hot tub) vertrekken.
Serpents Oath (13/08)
Na zaterdag had ik in feite mijn portie extreme metal wel gehad. Staan toch niet de vaandeldraagers van de hedendaagse Belgische black metal op een Goddeloos uur in, jawel, de Swamp zeker! Dit kon en wilde ik niet aan me laten voorbijgaan en zo dook in nog eens het moeras van de hel binnen. Serpents Oath staat voor kwaliteit, zowel muzikaal als visueel. Dat we zo vroeg op de dag al een dergelijke productie te zien krijgen vraagt om respect. Voor de fans van het genre moet dit een heerlijke brunch zijn geweest.
Evil Invaders (13/08)
Vorig jaar wilde ik hen zien, koos echter voor .... "Awel, voor wie dan?", grapte Joe? Ik geraakte niet verder dan "Ehm, shit ... rats vergeten.", waarop de supersympathieke zanger/gitarist droogweg "Dan zal het gene vette geweest zijn." En gelijk had ie ook nog, want Satan was maar povertjes. Deze keer zou ik de doortocht - nog maar eens op de main stage - niet aan me laten voorbijgaan. Ik heb ondertussen nog steeds niet geleerd mijn grote klep te houden en zo maakte ik dus tijd vrij. Tijd die trouwens erg goed besteed was want Evil Invaders staat voor héél goed gebrachte speed/thrash metal, een héél pak beter dan eender welke andere band in dat genre op Alcatraz. Combineer sterke nummers met een onderhoudende show en bakken plezier en je hoeft je niet af te vragen waarom de organisatie dit stelletje ongeregeld alweer eens op de Prison dropt. "Méér van dat!", liet ik me nadien ontvallen. "Awel, dan komt ge op 23 september naar de Kavka, right?". Godvermiljaardenondedju, Joe!
Electric Callboy (13/08)
Ik hoor jullie al roepen: "R U SHITTING US?"! Tja, ik stond drie dagen op rij de keuze van de organisatoren voor deze Duitsers als échte headliner op de slotdag te verdedigen. Natuurlijk moet ik er niet van weten. Die boys staan voor alles waar ik in muziek een hekel aan heb. Maar dat ze een festivalweide kunnen doen ontploffen, dat hadden ze een jaar eerder, ergens op de late namiddag, overduidelijk bewezen. Als er één band is die weet hoe je een feestje kan bouwen en een festival kan afsluiten (op dit moment), dan is het wel Electric Callboy. Hebben ze dat echter ook gedaan dit jaar? HELL YEAH! Ik had maar anderhalf nummer nodig om hiervan overtuigd te zijn. Ik had ook maar anderhalf nummer nodig om te beseffen dat Kamping Kitsch een week te vroeg was begonnen. Jullie weten ondertussen hoe mijn getraind lichaam op dergelijke muziek reageert: deze keer zorgde ik voor het stof op de weide. Dadaaaaaaaaaa ... PS: In alle ernst nu, als dit de trend voor de toekomst wordt, ook het krampachtig pushen en leuk vinden van een Lotti Goes Metal (om maar iets te noemen), dan hoeft het voor mij niet meer. Dan ga ik me lekker op country & western focussen en trek naar Nederland.
Foto's en tekst: John Van de Mergel
Ga ook naar: Pt.1: La Morgue
Comments