top of page

Concertverslag: Echo & The Bunnymen, The Stars, The Oceans & The Moon


Zevendertig jaar na hun passage in de Brugse Stadsschouwburg heb ik het geluk om mijn all-time favourite 80s band voor de tweede keer mee te maken.

Echo and the Bunnymen, zondag 4 november in de Antwerpse Roma.

Er zijn zo van die data die maandenlang door je hoofd spoken en je nieuwsgierigheid aanvuren. Verleidelijk dus om vooraf de gespecialiseerde pers door te nemen, de hulp van YouTube in te roepen en met stijgende verbazing te grasduinen in de reviews van lovers en haters over de voorbije concerten.

Een maand geleden kwam de groep aanzetten met een compilatiealbum The Stars, The Ocean & The Moon. Een hele resem nummers uit vervlogen tijden werden voorzien van ‘strings and things’ zoals frontman McCulloch het verwoordt. De band heeft de songs gestript en in een nieuw, eigentijds jasje gestoken. Het resultaat mag er best zijn, boeiend en easy listening. Verrassend eigenlijk hoe de houdbaarheid van dit genre nog lang niet overschreden is.

De groep van weleer is ondertussen afgeslankt tot frontman Ian McCulloch en vaste gitarist Will Sergeant, aangevuld met muzikanten, die zich met verve van hun taak kwijten, maar verder helaas nobele onbekenden blijven.

De Roma verraste vriend en vijand door de benedenzaal vol te proppen met aaneengehaakte stoelen. Even slikken. Wat een gedoe en geharrewar om hier een ongenummerd plaatsje te bemachtigen. En dat terwijl Arne Leurentops van And They Spoke In Anthems zijn voorprogramma doet.

Omstreeks 21 u nadert het uur van de waarheid. Bij de aanzet met Going Up en Bedbugs and Ballyhoo zijn er nog geen kreetjes van herkenbaarheid te horen. Het is serieus schrikken van de stem van de 59-jarige McCulloch, getekend door slijtage en ‘slecht onderhoud’, vermoed ik; naar adem happend, beangstigend laag, uithalend, enfin … zoekend. Voor de overwegend leeftijdgenoten lijkt dit het uitgelezen moment om hun Fb-pagina of de Sporzawebsite te checken en aan drankbevoorrading te doen.

En dan plots is er Rescue. Het vuur slaat min of meer in de pan. De toon is gezet en voor mij mag het feestje stilaan beginnen. De hitkraan (nu ja, overdrijven mag, hoop ik) met Never stop, All that jazz en Over the Wall vult de zaal. Ook de trage nummers Zimbo en Rust kunnen mij absoluut bekoren. Ondertussen heeft onze MC het publiek voor het eerst toegesproken met de vier woorden “Glad to be back”. Die blijheid is niet meteen afleesbaar, maar dat verwacht niemand van een gekwelde ziel. En dan, out of the blue nodigt hij het publiek aan om recht te staan. McCulloch staat niet bekend om zijn breedsprakigheid en innemende bindteksten, maar dat is nu toch ferm gesproken, zie!

Het publiek beweegt, applaudisseert eindelijk hoorbaar. En dan volgt zowaar een verzoeknummer: het legendarisch Villiers terrace schalt door de boxen. Mijn favoriete nummer hult de zaal in een psychedelische, tripachtige sfeer. Het gitaarwerk is subliem, de toetsenman geeft het beste van zichzelf, de ritmes switchen en Ian McCulloch brengt de begeestering over.

Een interessante poging in die richting is ook de overgang van Nothing Lasts Forever naar Lou Reed’s Walk on the Wild Side. Weg apathisch beleefdheidsapplaus, leve het meezingmomentje en de melodieuze klanken van Seven Seas en Bring on the Dancing Horses. De zaal gaat langzaam over in meedein-modus, de smartphones gaan de lucht in en het enthousiasme zwelt aan. De opzwepende intro van The Cutter is top, de volumeknop gaat open en de climax is nabij. Wow! Net als je denkt dat de band het podium zal verlaten, wordt The Killing Moon ingezet.

Als bisnummer pik ik nog Lips like Sugar mee om me daarna met gezwinde tred en brede smile naar Antwerpen-Centraal te reppen, gedragen door dat gelukzalige gevoel van het toch maar mooi live te hebben meegemaakt. Was het een legendarisch concert? Loepzuiver? Nee, ik dacht het niet. Was het verrassend, nee, niet echt. Kunnen ze hierop nog enkele jaren voortborduren? Graag! De setlist stemde in grote lijnen overeen met hun laatste album, maar dan zonder de strings and things. Ze zouden nochtans niet hebben misstaan in deze een en al nostalgie ademende cultuurtempel.

bottom of page