Fotoverslag | Rival Sons - Rock Zottegem
- John Van de Mergel
- 1 dag geleden
- 2 minuten om te lezen
De Europese tour van Rival Sons stond dit jaar voornamelijk in het teken van enkele festivals én opdraven als voorprogramma van Lines N' Noses. Onder die festivals wel twee die eruit springen: op 5 juli mochten ze mee het afscheid vieren van Black Sabbath in Birmingham (V.K.) én... op zaterdag 12 juli stonden ze op Rock Zottegem. Wat zo speciaal is aan dat laatste? Wel, het was de enige show op Belgische bodem én ik kon op die manier deze ronduit fantastische band voor een vijfde keer live zien!

De set tijdens een festival kan je natuurlijk niet vergelijken met die tijdens een headliner tour langs clubs en zalen. Dat ze een uur zouden spelen bood alvast mogelijkheden. Gebald zou het zeker worden, geen tijd voor experimenten en eventuele dips. En ja, de mannen rond wereldstrot Jay Buchanan vlogen er meteen in: Electric Man, Open My Eyes, Tied Up en Pressure and Time vloeiden naadloos in elkaar, grepen het publiek bij het nekvel en lieten niet meer los. Het was tegelijk een trip doorheen acht jaar en vier albums, waaronder hun - voor mij toch - sterkste schijf The Great Western Valkyrie. Die laatste was trouwens met vier songs het best vertegenwoordigd. Helemaal terecht. Halfweg kregen we het iets mindere Mirrors, maar daarna was het terug helemaal genieten tot het afsluitende Too Bad. Dat Mr. Buchanan niet enkel erg straf kan belten, liet hij vooral tijdens het pakkende Where I've Been horen. Wat een stem heeft die man toch. Hij weet hoe hij emotioneel diep kan raken, naast hard uithalen. Naast die gouden strot steelt verder vooral 'Fuzzlord' Scott Holiday de show: met riffs en solo's én een resem verschillende gitaren. Tevens opvallend was dat ze uit de Birmingham show een flard Electric Funeral hadden weerhouden dat, samen met de zin This Ain't No ordinary Love (Sade, anyone?), voor een knap intermezzo tijdens Secret zorgde. Rival Sons kwam, zag en overwon.



zaterdag 12 juli 2025, Rock Zottegem (BE) | Foto's: & tekst: John Van de Mergel