Concertverslag | Ghost - Sportpaleis Antwerpen
- Laura B.
- 13 uur geleden
- 4 minuten om te lezen

Ik herinner het me alsof het gisteren was: 28 mei 2012, Werchter Boutique. Een line-up met Metallica die het volledige Black Album speelde, aangevuld met namen als Mastodon, Gojira en Soundgarden. En ergens helemaal onderaan de affiche bengelde een mij totaal onbekende naam: Ghost. Geen bandfoto, geen video’s, enkel een cryptische omschrijving. De band was gehuld in mysterie – en precies daardoor had ze mijn volle aandacht.
Het betere Googlewerk gaf mij wel een album: Opus Eponymus. Enkele luistersessies later was ik volledig verkocht, en op die befaamde 28 mei stond ik vol verwachting uit te kijken naar de gemaskerde leden van Ghost. Het is een understatement om te zeggen dat ik een van de weinigen was. Mijn buren op de weide waren niet overtuigd van die "kwibussen in verkleedkleren". De tonen van Elizabeth en co werden overstemd door boegeroep. Een tafereel dat vandaag ondenkbaar is. Dertien jaar later is Ghost een wereldband die arena’s als het Sportpaleis bijna moeiteloos uitverkoopt.
En daar sta ik dan, op een frisse aprilavond in Antwerpen. Na eerdere passages in Vorst Nationaal en de Lotto Arena is Ghost toe aan het echte werk. Ter ere van het nieuwe album Skeletá – dat pas over enkele dagen verschijnt – krijgen we een groots opgezette rockopera, zonder voorprogramma, zonder gsm’s (dankzij Yondr-hoesjes), maar met glitter en grandeur in overvloed.
De jaren dat Ghost duister en obscuur was, liggen al even achter ons. Het geesteskind van Tobias Forge flirt ongegeneerd met ABBA-geïnspireerde kitsch, en scoort al jaren met kekke kostuumwissels en meezingers. Die aanpak werkt, want het is drummen geblazen wanneer ik toekom aan de venue, waar de maskers en geschminkte gezichten legio zijn.
Om stipt 20u klinken de eerste tonen van het nieuwe Peacefield. Het startschot voor Papa V Perpetua en de Nameless Ghouls om de aanwezigen mee te nemen op een theatrale trip doorheen oude en nieuwe songs. Op schermen zien we Tobias Forge in zijn nieuwste gedaante: Papa V Perpetua. Een nieuwe kerkelijke leider, met strak naar achter gekamd zwart haar en een glinsterend masker op het gelaat. Waar eerdere incarnaties speels, bij momenten ronduit humoristisch waren, straalt deze Papa een dodelijke sérieux uit.
Wanneer het doek valt, krijgen we een opmerkelijk sobere stage te zien. De Nameless Ghouls zijn getransformeerd tot kille, rennende skeletten – alle greintjes menselijkheid zijn weg uit hun uiterlijk. Maar ze maken het ruimschoots goed met energie en présence. Opvallend: het religieus-theatrale is teruggeschroefd. In de plaats krijgen we veel glans – letterlijk, dankzij een stevige deal met Swarovski. De Ghouls én Papa V Perpetua schitteren als nooit tevoren.
Peacefield vloeit naadloos over in Lachryma, dat ondanks z’n korte leven al luid wordt meegezongen. Ghost weet hoe ze nieuwe nummers moet brengen: 80s synths, een stevige riff en dat typische melancholische randje.
Wat volgt, is een opmerkelijke duik in hun oudere werk. Met Spirit keren we terug naar Meliora, een album dat volgend jaar tien kaarsjes uitblaast. Forge zweeft boven het podium als een duivelse paus – letterlijk verheven. Een visueel indrukwekkend moment dat instant duidelijk maakt hoe fel het niveau van de Ghost-producties geëvolueerd is. Meteen daarna volgen From the Pinnacle to the Pit en Majesty: zwaardere, donkerdere nummers uit hun meer ‘metalwaardige’ periode. Ik geniet.
Eerlijk is eerlijk: mijn liefde voor Ghost was de laatste jaren wat afgevlakt. Ik viel voor hun duistere, occulte charme, niet voor de tongue-in-cheek glamrock. Maar deze show? Die is strak, stijlvol en verrassend ingetogen. De aankleding van de scène, de outfits, het personage van Papa V Perpetua – het is allemaal een stuk minder camp en overdreven. Er ligt een koel laagje over het geheel, wat ik enorm kan smaken.
Waar andere shows gekenmerkt werden door innuendo’s en flirterige interactie met het publiek, rijgt Forge de songs aan elkaar zonder veel bindteksten. De Nameless Ghouls blijven in hun speelse element, maar ook dit is een pak minder dan vroeger. Mogelijks omdat een van de Ghouls op het podium staat met een gebroken been en een looplaars. De aandacht gaat naar de muziek, en dat heeft zijn voordeel: songs die ik al meer dan tien jaar ken, tonen plots hoe diep hun betekenis gaat. Minder theater, meer diepgang. Het is een route die ik Ghost niet meteen zag nemen, maar die ik zeker kan appreciëren.
Met The Future Is a Foreign Land volgt een subtiele verwijzing naar de staat van de wereld – een rake intro voor een sterke song. Daarna schakelt de set tussen emotie (Cirice, Darkness at the Heart of My Love), dansbaarheid (Satanized) en publieksfavorieten (Ritual). Het nieuwe Umbra vormt een kort rustmoment – veel mensen trekken richting bar – maar dan ontploft de show helemaal.
De apotheose: Year Zero, Rats, Mummy Dust, Kiss the Go-Goat, Monstrance Clock. Maar de Belgen blijven bedeesd. Zelfs als Forge zegt dat het laatste nummer eraan komt, blijft de respons lauw. Wanneer hij na enkele aanmoedigingen niet de reactie krijgt die hij verwacht, concludeert de zanger dan maar zelf dat het ‘a fucking good show’ was.
De bisronde brengt de echte ontlading: Mary on a Cross, Dance Macabre en Square Hammer. Forge verschijnt in glittervest en flaneert over het podium als een duivelse crooner. Het publiek gaat eindelijk voluit. Zelfs de zitplaatsen springen recht en gooien de dansbenen los. Beter laat dan nooit.
Ik stap buiten met een onverwacht brede glimlach. Ik kwam met twijfels – zou Ghost me nog kunnen raken? Is de magie niet vervlogen? Maar Tobias Forge verrast, zoals hij dat altijd doet. Niet door terug te keren naar het verleden, maar door opnieuw van richting te veranderen. Minder komedie, meer controle. Minder camp, meer klasse.
Van gimmick naar artistiek unicum: mijn tickets voor de volgende tournee liggen klaar.
SETLIST
Peacefield
Lachryma
Spirit
From the Pinnacle to the Pit
Majesty
The Future Is a Foreign Land
Devil Church
Cirice
Darkness at the Heart of My Love
Satanized
Ritual
UmbraYear
Zero
He Is
Rats
Kiss the Go-Goat
Mummy Dust
Monstrance Clock
Mary on a Cross
Dance Macabre
Square Hammer